Al decennialang is in het hartland van de oude Perzische beschaving – Iran en Afghanistan – de wijnproductie verboden. Toch wordt wijn binnen de wereldwijde Perzische diaspora gekoesterd als een verloren schat van hun erfgoed.
Om recht te doen aan een vergeten traditie, worden deze wijn gemaakt in de geest van de eeuwige Perzische wijncultuur.
Voor de oude Perzen was bezinksel – de droesem – geen afval, maar de ziel van de wijn. Een wijn zonder droesem werd als dood beschouwd. Want in de droesem huist, zo geloofden zij, de geest van de druif. Daarom filteren wij onze wijnen niet. Zo brengen wij de ziel van de druif rechtstreeks in de fles.
Schrik dus niet als u een waas of wat droesem in uw glas ontdekt. Zoals de dichter Hafez uit de 13e eeuw het al zei:“Alleen voor de geoefende drinker schenkt de Saqi, wijnschenker en muze der dichters, wijn met droesem.”
Pārsi is het oorspronkelijke woord voor Farsi, de taal van de ziel: Pārsi-e-Dari,. Dit werd gesproken in het Perzisch koninklijk, dat zich uitstrekte van Iran tot Afghanistan, Tadzjikistan, Oezbekistan en delen van China. Ook wordt het gesproken door de Perzische diaspora in het Westen.
Door de eeuwen heen is het Perzisch een taal van schoonheid en poëtische weerstand gebleken – een zachte maar krachtige tegenstem tegen fanatisme en vergetelheid. Om die reden dragen onze wijnen de naam Pārsi.
Op elk etiket staat een kwatrijn van de beroemde dichter Omar Khayyam, die naast filosoof, astronoom en wiskundige, vooral bekend was om zijn liefde voor wijn.De wijnen dragen de namen van oude Perzische steden uit Azië: Espahan, Shiraz, Balkh, Badakhshan, Khujand en Samarqand. Stuk voor stuk klinkende namen die verbinden – over grenzen heen, tussen volkeren, en met iedere fijnproever waar ook ter wereld.
Proost – of zoals in het Perzisch: ba shādi (met vreugde heffen wij het glas).